Image

Cardiologie kat

Cardiologie kat

Veruit de meest voorkomende hartaandoening bij katten is hypertrofische cardiomyopathie (HCM). HCM is een complexe aandoening waarbij de hartspier dikker begint te worden, zonder dat het lichaam hier nood aan heeft. Dit zorgt voor een slechte vulling van het hart en kan bij sommige patiënten leiden tot hartfalen of andere complicaties. Het is een aandoening die we vooral bij jonge katten tussen 2 en 7 jaar zien. Vooral katers lijken hier last van te hebben.

Een minder gekende, maar ook frequent voorkomende hartaandoening is de restrictieve cardiomyopathie (RCM). Bij deze ziekte is de hartspier veel stijver en kan deze slecht ontspannen, wat uiteindelijk kan leiden tot hartfalen. Vaak hebben deze dieren geen klachten of slechts een licht hoorbaar bijgeruis ter hoogte van hun hart en wordt de ziekte pas vastgesteld wanneer ze reeds last hebben van hartfalen. Deze ziekte zien we vooral bij katten van middelbare leeftijd rond de 10 jaar.

Bij de jonge katten zien we ook aangeboren afwijkingen. Eén van de meer frequenter voorkomende aangeboren hartaandoeningen bij katten, is een ventrikel septumdefect (VSD) waarbij er een opening aanwezig is tussen de linker en de rechter kamer. Een VSD is meestal mild en geeft zelden klinische klachten.

De diagnose van deze verschillende hartaandoeningen dient gesteld te worden aan de hand van echocardiografie. Klik op de link naar de desbetreffende aandoening om er meer over te weten te komen!

Hypertrofische Cardiomyopathie (HCM)

Hypertrofische Cardiomyopathie



Hypertrofische cardiomyopathie of HCM is veruit de meest voorkomende hartaandoening bij katten. Het is een aandoening van de hartspier, waarbij deze ongecontroleerd dikker begint te worden. Dit zorgt er voor dat het hart zich moeilijker kan vullen met bloed, waardoor de boezems meer moeite moeten doen om bloed in de kamers geduwd te krijgen. Dit leidt uiteindelijk tot een verhoogde druk in de boezems, wat dan weer kan leiden tot hartfalen, hartritmestoornissen en de vorming van bloedklonters in de linker boezem. In vele gevallen gaat deze ziekte helaas gepaard met plotse sterfte zonder voorafgaande klachten. (Copyright afbeelding: Cornell University of Veterinary Medicine) HCM is een ziekte van jonge dieren. Typisch uit deze ziekte zich bij een leeftijd van 2 tot 4 jaar. Katers hebben hier vooral op jongere leeftijd last van, in vergelijking met kattinnen. Het is een ziekte die bij verschillende rassen is beschreven, zoals de Maine Coon, Britse Korthaar, Noorse Boskatten, enzovoort. Maar het is vooral de gewone Europese Korthaar die het meeste met deze ziekte te maken heeft. Aan de oorzaak liggen genetische defecten in verschillende genen die te maken hebben met de hartspier.

HCM blijft een moeilijke ziekte om vast te stellen bij dieren die geen symptomen vertonen. Typische zaken die we kunnen vaststellen bij katten die deze ziekte hebben, maar nog geen klachten vertonen zijn: aanwezigheid van een bijgeruis tijdens auscultatie van het hart, extra hoorbare harttonen en hartritmestoornissen. Wanneer we één van deze zaken vinden, zal er aangeraden worden om een echografie en/of elektrocardiografie van het hart te laten doen. Ook wanneer katten worden aangeboden met plotse moeilijke ademhaling, flauwvallen of een plotse verlamming van de achterpoten, zal een echocardiografie aangeraden worden.

Een ernstige complicatie van vergevorderde HCM, is de ontwikkeling van een thrombo-embolie. Dit betekent dat er zich een bloedklonter (= thrombus) heeft gevormd in het hart en dat deze plots los is gekomen. Via het bloedvatenstelsel kan deze bloedklonter zich verplaatsen en uiteindelijk komt deze vast te zitten en is er hierdoor op deze plaats geen doorstroming van bloed meer mogelijk (= thrombo-embolie). Het gebeurt vaak dat deze klonter zich vastzet in de splitsing van de aorta, vlak voor het bekken, achteraan in de buik. Hierdoor krijgen de achterste poten plots geen zuurstofrijk bloed meer. Dit is een uiterst pijnlijke complicatie van vergevorderde HCM en er zal in de meeste gevallen gesproken worden over euthanasie. Ook kan een klonter zich vastzetten in de grote slagader van één van de voorpoten, waardoor er plots een voorpoot verlamd lijkt te zijn.

Met behulp van echocardiografie kan de verdikte hartspier in beeld gebracht worden. In principe hoort de dikte van de hartspier van de linkerkamer steeds dunner dan 6 millimeter te zijn op het moment dat het hart zich ontspant. De hartspier kan op verschillende manieren verdikt zijn. Zo kan de spier volledig te dik zijn, maar kunnen ook slechts enkele zones te dik zijn. Tijdens de echocardiografie gaan we de volledige hartspier bekijken om na te gaan of bepaalde zones verdikt zijn. Daarnaast zien we vaak vergrootte boezems en kan er (heel soms )een bloedklonter vastgesteld worden. Vaak zien we geen gestructureerde bloedklonter, maar eerder een verdikking van bloed in de linkerboezem, waarbij het bloed te traag voortbeweegt en eerder op slijk / modder lijkt dan op normaal bloed. Om de functie van de kamers na te gaan, worden talrijke methodes toegepast met de echografie om de ergheid van de ziekte te kunnen vaststellen.



Dit is een dwarse doorsnede doorheen de linker kamer, waarbij we een snel kloppend hart zien met een verdikking van de wand van de linker kamer.



Hier zien we een dubbele opname. Links zonder kleur, rechts met kleur. Tijdens systole (samentrekken van het hart), zien we een blauwe straal van bloed in de linker boezem. Dit wordt veroorzaakt door een abnormale beweging van de mitralisklep.



Ter hoogte van de pijl zien we het bovenste klepblad een vreemde kromming omhoog maken. Dit is de oorzaak van de lekkage tijdens het samentrekken van de hartspier en dus ook de oorzaak van het bijgeruis bij deze kat.

Er bestaan verschillende genetische testen voor HCM bij bepaalde rassen (Maine Coon, Ragdoll en Sfinx). Deze testen zijn echter niet 100% sluitend en soms gebeurt het dat katten negatief zijn voor deze testen, maar toch HCM ontwikkelen, of dat dieren die positief testen voor de genetische afwijkingen geen HCM ontwikkelen.

Helaas is er voor HCM geen definitieve behandeling mogelijk. De therapie voor katten met klinisch klachten, bestaat vooral uit een medicamenteuze behandeling met vochtafdrijvers, medicatie om de bloeddruk te regelen, medicatie tegen het vormen van bloedklonters en medicijnen ter behandeling van hartritmestoornissen. Er is geen ‘standaard’ behandeling die voor iedere kat met HCM gebruikt kan worden, dus de aanpak verschilt van kat tot kat.

Tegenwoordig wordt de ziekte niet meer ‘HCM’ genoemd, maar spreekt men over een ‘HCM fenotype’. Dit betekend dat alle aandoeningen die een verdikking van de hartspier veroorzaken, kunnen leiden tot een dergelijk HCM fenotype (fenotype = “ziet er uit als”). Zo gaat de genetische aandoening een verdikking van de hartspier geven en dus een HCM fenotype, maar daarnaast kunnen andere ziektes ook een aanleiding geven tot een verdikking van de hartspier. Uitdroging, een ontsteking van de hartspier, schildklieraandoeningen, een veel te hoge bloeddruk of aangeboren afwijkingen aan bepaalde hartkleppen kunnen ook het beeld creëren van een HCM fenotype. Daarnaast hebben veel katten speciale bandjes door hun linker kamer lopen, welke ook op de plaats van hun aanhechting aanleiding kunnen geven tot lokale verdikkingen (meer dan 6 millimeter) en dus een HCM fenotype. Momenteel is onze dierenarts Gregory Van den Noortgate bezig met een studie waarbij de rol van deze bandjes onderzocht wordt in de diagnostiek van HCM. Deze studie loopt nog tot het voorjaar van 2022 en het doel is om deze bandjes bij zo’n 250 katten te bestuderen.

Restrictieve cardiomyopathie

Restrictieve cardiomyopathie of RCM is de tweede meest voorkomende hartspierziekte bij katten. Deze ziekte zien we vooral bij de Sphynx en de Europese Korthaar en dit meestal bij senior katten met een leeftijd van 10 jaar of ouder. RCM wordt gekenmerkt door een stijvere, slecht ontspannende hartspier in de kamers. De spier kan dan op zich nog goed samentrekken en bloed wegpompen, maar omdat deze stijver is (door oa. de vorming van littekenweefsel), is het moeilijker om deze te ontspannen. Hierdoor worden de boezems erg groot, omdat deze tegen een stijve spier moeten duwen. Uiteindelijk gaat de druk in de boezems te hoog worden en hebben deze katten te maken met hartfalen. De exacte oorzaak van deze ziekte is nog niet gekend.

Door het verloop van de ziekte, wordt de diagnose meestal pas in een vrij laat stadium gemaakt. In de beginstadia vertonen de katten met RCM géén symptomen en zijn er meestal ook geen afwijkingen te vinden op het klinisch onderzoek. Het enige wat dan gehoord kan worden is een heel zacht bijgeruis of de aanwezigheid van een extra harttoon (gallopgeluid). Het kan dus zijn dat uw kat deze ziekte heeft, maar dat dit in het beginstadium niet opgemerkt wordt.

In de meeste gevallen ontwikkelt deze ziekte zich traag en komen de symptomen geleidelijk aan op. Zo zien we klachten van linker hartfalen zoals een moeilijke ademhaling door de aanwezigheid van vocht in de longen. Ook kunnen deze katten rechter hartfalen ontwikkelen, wat zich uit als vochtopstapeling in de buik of de borstkas. Dit laatste geeft ook een bemoeilijkte ademhaling.

De enige manier op de diagnose te stellen van deze ziekte is door middel van een echografie van het hart. Tijdens zo’n echocardiografie geeft RCM een typisch beeld. We zien dan heel grote boezems met een verder normaal uitziend hart. De kamers kunnen het bloed nog op een normale manier wegpompen uit het hart via de aorta en de longslagader, maar de boezems krijgen met heel veel moeite de kamers gevuld. Met behulp van speciale technieken kunnen we de snelheden van het bloed in het hart, alsook de beweging van de spiercellen analyseren om zo tot de diagnose van RCM te komen. In sommige gevallen gaat deze aandoening gepaard met hartritmestoornissen en moeten deze ook behandeld worden. In tegenstelling tot hypertrofische cardiomyopathie, hebben patiënten met RCM een hartspier met een normale dikte.

Omdat de exacte oorzaak van deze ziekte niet gekend is, is er geen preventieve behandeling mogelijk. Eens de katten klinische klachten ontwikkelen zoals bvb hartfalen, zal er medicatie opgestart worden. Door het subtiele verloop van de ziekte, wordt de diagnose meestal in een laat stadium gesteld. Dit zorgt er voor dat de prognose niet goed is bij het stellen van de diagnose. De katten krijgen dan nog een behandeling tegen vochtopstapeling en soms tegen het vormen van bloedklonters. Genezen is echter helaas niet mogelijk.

Ventrikelseptumdefect

Een ventrikelseptumdefect (VSD) is een aangeboren aandoening, waarbij er een opening is tussen de 2 kamers (ventrikels) in het hart. In een normaal hart is er geen opening tussen de linkerzijde en de rechterzijde, omdat er een interventriculair septum tussen beiden zijdes zit. Hierdoor wordt het zuurstofrijke en het zuurstofarme bloed strikt van elkaar gescheiden. Bij een VSD is er een opening in dit septum en zal er dus zuurstofrijk bloed van de linkerkamer naar de rechterkamer vloeien. Een kat kan een VSD als alleenstaande ziekte hebben, maar een VSD kan ook een deel uitmaken van een groter complex van aangeboren hartafwijkingen (bvb Tetralogie van Fallot). VSD’s zijn bij mensen, koeien en katten de meest voorkomende aangeboren hartafwijkingen.

Hoewel het bloed verkeerd van de linkerkant naar de rechter kant vloeit, is het vooral de linker kant van het hart die het meeste last van een VSD heeft. Het bloed dat namelijk via een VSD loopt, zal meteen via de grote longslagader meestromen in de longen, dan door longen passeren en uiteindelijk terug in de linkerkant van het hart terechtkomen. Hierdoor moet het linker hart een groter volume rond blijven pompen en geraakt deze kant in uitzonderlijke gevallen (hele grote VSD’s) overbelast. Dit zal in deze erge gevallen leiden tot een vergroting van deze linkerkant.

De typische eigenschap van een VSD is de aanwezigheid van een matig tot luid bijgeruis aan de rechterzijde van de borstkas. Dit kan uw dierenarts vaststellen met een stethoscoop. Hoe smaller de VSD, hoe luider het bijgeruis zal klinken. Omgekeerd zal een groot VSD amper een bijgeruis veroorzaken.



De definitieve diagnose van een VSD gebeurt door middel van een echocardiografie, waarbij de lekkage van het bloed doorheen het septum gevisualiseerd kan worden met kleuren. We zien dan een smalle rode straal omhoog schieten doorheen het septum, meestal vlak onder de aortaklep. We kunnen door middel van echografie de grootte van het defect meten, alsook de snelheid waarmee het bloed doorheen het defect stroomt. Ook zal er tegelijkertijd gekeken worden of er geen andere bijkomende aangeboren hartafwijkingen aanwezig zijn. Vaak zien we ook een lekkage ter hoogte van de aortaklep zoals hier op deze video, wat te zien is als een smalle blauwe straal bloed die naar links onder gericht is.

In de meeste gevallen is er bij katten geen enkele behandeling nodig. Bij hele grote, zeldzame defecten kan het nodig zijn om medicatie op te starten om hartfalen (opstapeling van oedeem in de longen) tegen te gaan.

Voor VSD’s zijn er ook chirurgische methodes mogelijk om het defect te sluiten. Door middel van openhartchirurgie kan het defect gesloten worden, maar tegenwoordig maakt men gebruik van metalen schijfjes die men in het defect kan steken. Deze chirurgie is gelukkig héél zelden noodzakelijk. Deze vorm van chirurgie bieden wij zelf niet aan, dus in het zeldzame geval uw kat te maken heeft met een erg groot VSD, zal u wellicht doorverwezen worden naar een kliniek waar deze ingreep wel uitgevoerd kan worden (bvb. Parijs).